Muzikale stedenreis in bruisensd Rotterdam
Trouw 18-11-1997
Adriaan Hager

ROTTERDAM – Bekend combineren met onbekend, dat is het concept van ‘Roaring Rotterdam’, een concertserie als geesteskind voortgekomen uit de samenwerking tussen de Doelen en de Avro. Die vijfdelige serie door het Radio Filharmonisch Orkest ziet er op papier aantrekkelijk uit.

Bij het eerste concert afgelopen maandagavond, met een programma waarop niet minder dan twee premières van hedendaagse componisten, bleek dat een behoorlijk aantal bezoekers de moeite had genomen naar de Doelen te komen. Bekend was de Nieuwe Wereld-symfonie van Dvorák, onbekend waren de wereldpremière van ‘Roaring Rotterdam’ van Joep Franssens (42) en de Nederlandse première van het ‘Manhattan Concerto’ van de Duitse componist Siegfried Matthus (43). Kees Vlaardingerbroek, de samensteller van de concertserie, wil door middel van de vijf concerten een subjectief beeld van Rotterdam schetsen. „Rotterdam is een stad met een geheel eigen cultuur die vaak gekarakteriseerd wordt in termen als dynamisch, open, no nonsense, flexibel en slagvaardig”, zegt Vlaardingerbroek. Hij verwijst in dat verband naar projecten als de Erasmusbrug, de metrolijn, de wolkenkrabbers, de Kop van Zuid en de Kubuswoningen. „De snelheid waarmee al deze ambitieuze projecten gerealiseerd konden worden, is in de goede zin des woords typisch Rotterdams”, aldus de programmamaker. „Die allure en die snelheid zijn de uitgangspunten voor deze ’typisch Rotterdamse’ concertserie.” Het programma van maandagavond had iets weg van een reisbrochure. Stedenreizen naar Rotterdam en het Amerikaanse Manhattan en een rondreis door de Verenigde Staten met Dvorák als gids. Joep Franssens was al vroeg liefhebber van popmuziek, maar als muzikale ‘alleseter’ laat deze oud-leerling van Klaas de Vries zich niet in een hokje stoppen. Hij schrijft voor de meest uiteenlopende bezettingen, composities waarmee hij het publiek wil boeien door middel van een goed ‘verhaal’. In de programmatoelichting over `Roaring Rotterdam’ staat zelfs: ‘Franssens’ idioom is van deze tijd en dus toegankelijk’. Let op het woordje ‘dus’! De componist spreekt over ‘nieuwe spiritualiteit’ en het was die spiritualiteit waarmee hij het première-publiek aansprak. Met veel succes overigens.

Zijn ‘Roaring Rotterdam’ heeft iets weg van Smetana’s Moldau. De Maas speelt hoorbaar een belangrijke rol, het is alsof de toehoorder hoog op een van die wolkenkrabbers Rotterdam in ogenschouw neemt. „Rotterdam”, aldus de componist, „is een stad die materieel en spiritueel borrelt en bruist.” Hij schrijft uitstekend géinstrumenteerde, welsprekende en licht verteerbare muziek. Soms wat melancholisch van aard, maar soms ook zo pathetisch en vervuld van een soort Feyenoord-gevoel, dat je haast zou geloven dat Franssens in Rotterdam en niet in Amsterdam woont.

Effecten

Het ‘Manhattan Concerto’ van Siegfried Matthus is dankzij het slagwerkaandeel fascinerend. Een soort ‘An American in Paris’ maar dan als ‘Een Duitser in Manhattan’. Hij citeert er lustig op los. Niet alleen Gershwin maarook Ives, Bernstein en Stravinski passeren de revue. Hij doet dat alles geraffineerd en met veel effecten en effectjes. Een klank- en kijkspel, vooral dat laatste, want de vier slagwerkers (Henk de Vlieger, Hans Zonderop, Paul Jussen en Nick Woud) leverden spectaculair werk. Dirigent op dit concert was Gerd Albrecht die beide premières op overtuigende wijze over het voetlicht bracht. Na Franssens en Matthus liet het attent spelende Radio Filharmonisch Orkest zich ook nog horen in de negende symfonie van Dvorák. Albrecht leidde de uitvoering strak, weloverwogen, zeer grundlich en ontdaan van emoties. Hans Vonk dirigeert het eerstvolgende concert op 8 december met werken van Weill, Sjostakovitsj en Beethoven