HGO met Ketting’s Derde in topvorm
Deventer dagblad 18-06-1994
onbekend

HGO met Kettings Derde in topvorm

Concert door Het Gelders Orkest o.l.v. Otto Ketting m.m.v. Mark Lubotsky (viool).

Programma: Franssens, Berg èn Ketting. Gehoord: 17/6 De Vereeniging, NIJMEGEN.

Het devies van componist Joep Franssens, gegeven tijdens het voorgesprek met Leo Samama, had niet duidelijker kunnen zijn: “zet gewoon je oren open en luister naar wat de muziek aan je te vertellen heeft”. En dat was tijdens het door componist Otto Ketting gedirigeerde programma heel veel. Daarbij waren er tal van verbindingen tussen de stukken onderling. Zowel Franssens in zijn ‘Echo’s’, Berg in het Vioolconcert als Ketting zelf in zijn Derde symfonie treden in dialoog met het verleden. Dit echter op een manier die in geen van de drie gevallen resulteert in een stijlbreuk, integendeel. Het sterk ontwikkelde eigen idioom van deze muziekvinders stond daar in hoge mate garant voor. Wat ook duidelijk werd is dat deze werken eigenlijk niet in een apart aan eigentijdse muziek gewijde concertserie thuishoren. Nu is Bergs Vioolconcert al meer dan eens binnen het reguliere abonnementsaanbod van HGO gegaan. Iets waarvoor Franssens ruimtelijk geconcipieerde ‘Echo’s’ zich tevens met gemak zou lenen. Neem bijvoorbeeld die prachtige passage voor de celli, die bijna automatisch associaties oproept met de aanhef van Bruckners Zevende symfonie. Of de serene rust van andere episodes uit dit nogal eens op zowel de muziek van Ligeti als – hoe vreemd het ook moge lijken- die van Bach en zelfs soms Renaissance-componisten zinspelende stuk. Dit nogmaals zodanig, dat alles uit Franssens onvervreemdbaar eigen en soeverein vormgegeven stijl voortkomt.

Op een andere wijze geldt dit ook voor Berg; in het tweede deel van zijn Vioolconcert wordt het eigenlijke Bach-citaat al terloops voorafschaduwd. Maar dan als omkering wel te verstaan. Om precies te zijn tijdens de cadens voor de grote climax, die Lubotsky op zijn beurt een snaar kostte. Na in een ondeelbaar moment met de tweede concertmeester van viool gewisseld te hebben, ging het ‘verhaal’ gewoon door, zonder een merkbare knik in de spanningsboog van deze ongenaakbare en, toegegeven, soms qua balans in het orkest wat onevenwichtige, maar in elk geval hartverscheurend directe en suggestieve interpretatie. En dat laatste wil wat zeggen, want de concentratie van het 26 minuten lang durende ‘Echo’s’, door Ketting en HGO bewonderenswaardig opgebracht, loog er ook niet om. In Kettings voor de Vara-matinee geschreven Derde symfonie is sprake van een combinatie van de ruimtelijkheid, die we ook in Franssens opus tegenkomen en een Bergiaanse dramatiek. Zij het dat die laatste zich meestal onderhuidser manifesteert dan in Bergs werk zelf. Het ook – zij het in een iets andere vorm – al bestaande middendeel, het fameuze vol Mahler stekende Adagio, kende HGO al langer dankzij een reeks vertolkingen ervan gedurende de eerste Duitse tournee. Ketting wist het ensemble ook in het wijdse openingsdeel en de briljante finale tot een immense hoogte op te stuwen. Alles klonk als gegoten, niet alleen voor wat de tutti betreft, ook de razend moeilijke passages voor de hoorns en de pauken werden voorbeeldig gerealiseerd. Nu maar hopen dat HGO de hele symfonie spoedig op de abonnementsconcerten programmeert.